Redactiesom over het vergelijken van oppervlakten

Mary's poster is 36 cm bij 20 cm. Mary's poster is 36 cm bij 20 cm. Susan's poster is 26 cm bij 30 cm. Welke poster is groter en hoeveel? Dus dit is Mary's poster Dus dit is Mary's poster Mary's poster is 36 cm bij 20 cm. Mary's poster is 36 cm bij 20 cm. Mary's poster is 36 cm bij 20 cm. Dat ziet er ongeveer zo uit. De oppervlakte is 36 keer 20 cm. 36 keer 2 is 72. Dus 36 keer 20 is 720 vierkante cm. Dus 36 keer 20 is 720 vierkante cm. Susan's poster is 26 cm bij 30 cm. Susan's poster is 26 cm bij 30 cm. Susan's poster is 26 cm bij 30 cm. Susan's poster is 26 cm bij 30 cm. Susan's poster ziet er ongeveer zo uit. Als een rechthoek. Wat is hiervan de oppervlakte? De oppervlakte is 26 keer 30 cm De oppervlakte is 26 keer 30 cm dat doe ik hiernaast dat doe ik hiernaast 26 keer 3 en dan een 0 erbij. 3 keer 6 is 18. 3 keer 2 is 6, plus 1 is 78. Ik had het eigenlijk ook wel uit mijn hoofd gekund. 3 keer 20 is 60, plus 3 keer 6 is 18, dat geeft 78. Maar het is 30 keer 26 Maar het is 30 keer 26 30 keer 26 is 780. Dus deze is 780 vierkante cm. Dus Susan's poster is groter. Dus Susan's poster is groter. Haar poster heeft een grotere oppervlakte. En hoeveel groter? Haar poster is 780 vierkante cm Mary's poster is 720 vierkante cm Dus 60 vierkante cm groter 780 min 720 is 60. 780 min 720 is 60.