Hoofdmenu
Beginselen algebra
Course: Beginselen algebra > Eenheid 1
Les 8: Bewerkingen met decimale getallen- Decimale getallen optellen: 9,087+15,31
- Decimale getallen optellen: 0.822+5.65
- Decimale getallen optellen: duizendsten
- Decimale getallen aftrekken: 9,57-8,09
- Decimale getallen aftrekken: 39.1 - 0.794
- Decimale getallen aftrekken: duizendsten
- Ingewikkelde decimale getallen vermenigvuldigen
- Decimale getallen vermenigvuldigen, zoals 2,45x3,6 (standaardmethode)
- Decimale getallen delen: honderdsten
- Delen door een decimaal getal met meerdere cijfers
- Decimale getallen delen: honderdsten
© 2023 Khan AcademyGebruiksvoorwaardenPrivacybeleidCookie Notice
Decimale getallen aftrekken: 39.1 - 0.794
In dit voorbeeld gaan we decimale getallen aftrekken tot op duizendsten. Het is een beetje lastig, maar samen komen we er wel uit. Gemaakt door Sal Khan.
Wil je meedoen aan het gesprek?
Nog geen berichten.
Videotranscript
Laten we proberen 39,1 min 0,794
uit te rekenen, pauzeer de video en probeer het eerst zelf. Ik neem aan dat je het geprobeerd
hebt en ga nu verder. Dus laten we eens kijken. Ik ga dit herschrijven. Het is 39,1 min - dat schrijf
ik onder elkaar, zodanig dat de juiste getalswaarden onder elkaar staan. min, dit is de 0 op de plaats
van de eenheden, dus zet ik 0,794 op de plaats
beginnend bij de eenheden. En nu kunnen we gaan aftrekken. Hoe trekken we 4 af van "niets"? En 9 van "niets" hier? Nou, 0 staat voor "niets". Dus nu kunnen we gaan bedenken hoe dit af te trekken. Hoewel, we hebben nog een probleempje. We proberen 4 van 0 af te trekken, dus proberen we 9 van 0 af te trekken. Wat we kunnen doen is
dit ene tiendete nemen en het te herschrijven naar
de plek van het honderdtal en het duizendtal. Dus even kijken, Als we dit -- hmm dat gaat ons probleem niet oplossen. We zouden het kunnen doen,
maar dan hebben we 0 tiende en hebben we hier een probleem. Dus laat me naar de plek
van de eenheden gaan. Nu leen ik er 1 bij, dus dat wordt dan 8 eenheden, en ik krijg
10 tienden. Dus hebben we hier nu 11 tienden. De 10 tienden van hier plus 1 is
11 tienden. Nu nemen we één tienden zodat we hier 10 tienden krijgen
en die ene tienden naar de honderdsten gaan. Dus dat worden 10 honderdsten. En nu nemen we één van deze honderdsten dus hebben we nu 9 honderdsten en
geven we 1 daarvan aan de duizendsten. Dus dat worden 10 duizendsten. Nu kunnen we beginnen
met aftrekken, Dus 10 - dat doe ik in geel -
10 min 4 is 6. 9 min 9 is 0. 10 min 7 is 3. We hebben onze decimale komma (punt in EN). 8 min 0 is 8. En dan hebben we 3
min niets (0) is 3. Dus zijn we klaar: 38,306 is het antwoord.