Hoofdmenu
Elementaire meetkunde
Course: Elementaire meetkunde > Eenheid 2
Les 3: Hoeken in cirkelsHoekmeting & cirkelbogen
Leer hoe je hoeken meet als deel van een cirkel. Gemaakt door Sal Khan.
Wil je meedoen aan het gesprek?
Nog geen berichten.
Videotranscript
We weten al dat
een hoek wordt gevormd als twee stralen
een gemene eindpunt delen Dus, bijvoorbeeld, stel dat
dit een straal hier is, en dan hier
nog een straal hier zo, en dan vormen ze
samen een hoek en bij dit punt
hier zo, hun gemene eindpunt heet
de hoekpunt van die hoek. Nu, we weten ook dat niet
alle hoeken hetzelfde lijken Bijvoorbeeld, deze
is een hoek hier, en dan kunnen we
een andere hoek hebben die hierop lijkt En als we zo kijken,
lijkt het erop dat deze veel meer open is Dus ik zeg meer open. En deze hier zo
lijkt minder open Om te vermijden om te zeggen,
oh, meer open of minder open en om een beetje
preciezer erover te zijn willen we echt
meten hoe open een hoek is, of we willen hebben de
grote van een hoek Nu, de meest gebruikelijke manier
om hoeken te meten, er zijn wezenlijk twee grote
manieren waarin ze gemeten worden De bekendste is graden zul je ook radiaal gebruiken,
vooral wanneer je goniometrie leert Maar de graden conventie
komt eigen lijk van een cirkel. Dus laten we hier
een cirkel tekenen Dus dat is een cirkel En de conventie is dat -
en als ik conventie zeg, bedoel ik gewoon dat
iedereen het zo doet De conventie is dat je
360 graden in een cirkel hebt. Laat me dat uitleggen. Hier het centrum van de cirkel en als we de straal ons
startpunt of een kant maken van onze hoek, als je helemaal
om de cirkel heen gaat, dat stelt 360 graden voor En de notatie is 360, en
dan deze superscript cirkeltje stelt graden voor Dit kun je lezen
als 360 graden. Nu vraag je jezelf misschien af,
waar komt dat getal 360 vandaan? En niemand weet het zeker,
maar in geschiedenis zijn er aanduidingen en er zijn aanduidingen in hoe
het universum werkt, of in ieder geval in de rotatie
van de aarde om de zon heen Misschien herken je
of realiseer je al dat er 365 dagen zijn per jaar,
met 366 in een schrikkeljaar En je kunt je dus voorstellen
dat wellicht astronomen in oudheid zeiden, weet je, dat is behoorlijk
in de buut van 360. En het is zelfs zo, verscheidene
kalenders van de oudheid, waaronder de Perzen en Maya hadden 360 dagen in hun jaar En 360 is ook een veel
netter getal dan 365 Het heeft veel meer factoren. Dat is andere manier van zeggen
dat het door veel dingen te delen valt. In ieder geval, dit is gewoon
een conventie, alweer, wat geschiedenis ons gegeven heeft,
dat een cirkel wordt gezien als 360 graden te hebben En dus een manier waarop we
een hoek zouden kunnen meten is dat je een van de
stralen van de hoek hier zet op dit deel van de cirkel, en
dan zal de andere straal ergens hierop lijken. En dan de breuk van
de omtrek van de cirkel die de twee stralen omvangt,
de grote van de hoek is dan die breuk van de graden Dus, bijvoorbeeld, stel dat
de lengte hier zo 1/6 van de omtrek van de cirkel is Dus het is 1/6 om de cirkel heen Dan is deze hoek hier gelijk aan 1/6 van 360 graden Dus in dit geval,
is dat 60 graden. Ik kan een ander voorbeeld doen Dus stel dat ik een cirkel heb,
en ik teken een hoek. Ik zet het hoekpunt in
het midden van de cirkel Ik zet een van de stralen hier zo. Je kunt dit als 0 graden voorstellen. Of als de andere straal ook hier was,
dan zou het 0 graden zijn. En dan neem ik de andere straal van de hoek, stel het gaat recht omhoog. Stel het gaat recht omhoog,
zo dus. Nu, in deze situatie,
de boog die de twee eindpunten verbindt, zo, dit stelt 1/4 van de
omtrek van de cirkel voor. Dit, hier zo,
is 1/4 van de omtrek. Dus deze hoek hier is
dan 1/4 van 360 graden. 360 graden gedeelt door 4
wordt 90 graden. Met zo'n hoek, een waar
een straal recht omhoog en omlaag gaat, en de andere straal rechts/links dan zeggen we dat de twee
stralen loodrecht op elkaar staan, of we zouden dit
een rechthoek noemen. En de manier waarop we
dit vaak aanwijzen is met een symbool zoals deze. Maar dit betekent letterlijk
een hoek van 90 graden. Laten we nog een voorbeeld doen. Nog een voorbeeld, zodat we goed begrijpen
wat er nu gebeurt. Tenminste nog een voorbeeld. Misschien meer als er tijd voor is. Stel dat we een hoek
hebben die hierop lijkt. Nogmaals, ik zet het hoekpunt in het midden van de cirkel. Dat is een straal van de hooek En stel dat dit de andere straal is. Deze hier zo is
de andere straal van de hoek Ik moedig je aan om
de video te pauseren En proberen te bedenken
wat de grote van deze hoek hier is. Nu, laten we denken waar
de stralen de cirkel snijden Ze snijden daar en daar. De boog die ze verbindt
op de cirkel is die boog daar zo. Dat is letterlijk de helft van de
omtrek van de cirkel. Dat is half de omtrek, halverwege om de cirkel heen,
omtrek van de cirkel. Dus deze hoek is
de helft van 360 graden. En de helft van 360 is 180 graden. En als je het op deze manier
bekijkt, deze twee stralen delen een gemene eindpunt. En samen vormen ze een lijn Laten we nog een voorbeeld doen omdat ik dat gezegd had Laat me hier nog een cirkel plakken Laat me nog een hoek tekenen Laat me nog een hoek tekenen Dus stel dat dit
een straal is van de hoek, En dit de andere straal is. Dit is de andere straal
van deze hoek hier zo. Let op. Er woorden twee hoeken gevormd Er zijn twee hoeken hier. De ene hoek wordt hier gevormd En die herken je misschien
als een hoek van 90 graden. Maar waar we hier op moeten letten
in dit voorbeeld is deze hoek hier zo. Dus weer, waar snijdt het de cirkel? We letten op deze boog hier zo, omdat dat de boog is
die correspondeert aan deze hoek hier En het lijkt erop dat
we 3/4 om de cirkel heen zijn gegaan. Dus deze hoek is 3/4 van 360 graden. 1/4 van 360 graden is 90,
dus driemaal dat wordt 270 graden