Hoofdmenu
Elementaire meetkunde
Course: Elementaire meetkunde > Eenheid 5
Les 7: Oppervlaktes en omtrekken van cirkels- Straal, diameter, omtrek & π
- Onderdelen van een cirkel benoemen
- Straal en diameter
- Omtrek van een cirkel
- Oppervlakte van een cirkel
- Oppervlakte van een cirkel
- De omtrek van een cirkel bepalen uit de oppervlakte
- Oppervlakte van delen van cirkels
© 2023 Khan AcademyGebruiksvoorwaardenPrivacybeleidCookie Notice
Onderdelen van een cirkel benoemen
Straal, diameter, middelpunt, en omtrek--ze zijn allemaal onderdeel van een cirkel. Laten we ze een voor een langslopen en begrijpen hoe ze gedefinieerd zijn. Gemaakt door Sal Khan en Monterey Institute for Technology and Education.
Wil je meedoen aan het gesprek?
- hoe moet het nou ik snap het niet help mij dan wil je niet ik woon in china(0 votes)
Videotranscript
Teken een cirkel en benoem de
radius, diameter, het middelpunt en de omtrek. Laat me een cirkel tekenen, hij zal niet zo mooi zijn
maar ik denk dat je het idee begrijpt. Dit is mijn cirkel.
Ik label het middelpunt hier. --Ik noem het C. Dat is dus mijn middelpunt
en ik zal een pijl tekenen. Dat is het middelpunt van de cirkel.
Eigenlijk is de cirkel zelf een set van alle punten met gelijke afstand
van het middelpunt. En die vaste afstand
dat alles van het middelpunt afstaat noemen we de radius.
Laat me de radius tekenen. Dus deze afstand, is de radius. Dat is de radius.
En die zal het zelfde zijn als deze afstand. Ik kan meerdere radiussen tekenen.
Al deze radiussen. De afstand tussen het middelpunt en
elk punt van de cirkel. Een diameter gaat gewoon recht door de cirkel,
gaande door het middelpunt. Van de ene kant van de cirkel naar de andere,
gaande door het middelpunt en is dus eigenlijk twee radiussen samen. Dus dit kan bijvoorbeeld een diameter zijn.
Dat zou een diameter zijn. Je hebt een radius en dan nog een, in één lijn,
gaande door het middelpunt. Dus dat is een diameter.
En ik had het anders kunnen tekenen. Ik had het op meerdere manieren kunnen tekenen.
Bijvoorbeeld zo. Dat zou een andere diameter zijn.
Maar je krijgt precies de zelfde lengte. Als laatste kijken we naar de omtrek. En de omtrek is niets meer dan
hoe ver je moet gaan om rondom de cirkel te gaan. Of als je een touwtje om de cirkel legt,
hoe lang moet het touwtje dan zijn. Dus, wat ik nu in het blauw teken,
de lengte die ik teken, is de omtrek. Dat is dus de omtrek.
En we zijn klaar.