If you're seeing this message, it means we're having trouble loading external resources on our website.

Als je een webfilter hebt, zorg er dan voor dat de domeinen *.kastatic.org en *.kasandbox.org niet geblokkeerd zijn.

Hoofdmenu

Redactiesommen over vergelijken: knikkers

Sal doet redactiesommen waarin je 2 getallen moet vergelijken.  De getallen in de opgaven zijn kleiner dan 10.

Wil je meedoen aan het gesprek?

Nog geen berichten.
Versta je Engels? Klik hier om de discussie op de Engelstalige Khan Academy website te bekijken.

Videotranscript

Ze zeggen dat Alexander negen knikkers heeft en Emily vijf knikkers. En dan is de vraag: hoeveel knikkers heeft Alexander méér dan Emily? Zet de video even stil En kijk eens of je dit kunt oplossen Laten we het nu samen doen. We gaan het gewoon tekenen. Alexander heeft negen knikkers. Dus kunnen we zijn knikkers tekenen. Eén, twee, drie, vier, vijf, zes, zeven, acht, negen. En Emily heeft vijf knikkers. Eén, twee, drie, vier, vijf. Hoeveel knikkers heeft Alexander dan méér dan Emily? Nou, we kunnen dat gewoon in het plaatje zien Dit zijn ze allemaal Dus tot hier dit is waar Alexander en Emily nog evenveel hebben. En dan heeft Alexander Alexander heeft... We zien het hier... Hij heeft er nog één, twee, drie, vier méér. Is er nog een andere manier hoe we dit kunnen doen? Nou, Alexander heeft negen knikkers en als je daar het aantal knikkers van Emily van aftrekt dan krijg je hoeveel méér knikkers Alexander heeft. Dat is hoeveel negen méér is dan vijf. Dus je kan zeggen: negen min vijf is gelijk aan... is gelijk aan vier... de vier knikkers. Dat is hoeveel méér knikkers Alexander heeft dan Emily. Laten we er nog zo één doen. Noa verstuurde twee brieven. De zwaarste brief... De zwaarste brief had acht postzegels. De lichtere brief had vier postzegels minder. Hoeveel postzegels had de lichtere brief? Dus nogmaals, probeer de video even stil te zetten en kijk of je er zelf achter kunt komen. De zwaarste brief... het is soms handig om uit ze zoeken wat ze precies zeggen, en dat dan op te schrijven. De zwaarste brief heeft dus acht postzegels. De lichtere brief heeft vijf postzegels minder. Weten we nu hoeveel de lichtere brief er heeft? Nou, niet meteen. Dat moeten we nu juist uitzoeken. Hoeveel postzegels heeft de lichtere brief? Het is vijf minder. Vijf minder dan wat? Vijf minder dan acht postzegels. En dus kunnen we dat opschrijven. Als we acht postzegels hebben. en we willen er vijf minder dan dat hebben.. Vijf minder... Nou, dan hebben we dus acht min vijf. Dat is vijf minder dan acht. wat weer gelijk is aan drie. De lichtere brief heeft drie postzegels. Je kan het ook anders bekijken. De zwaarste brief heeft acht postzegels. Laten we acht postzegels tekenen. Eén, twee, drie, vier, vijf, zes, zeven, en acht. Zoveel had de zwaarste brief. De lichtere brief had vijf postzegels minder. Laten we dus ervan afhalen: eén, twee, drie, vier, vijf. Wat hou je dan over? Nou, je houdt dan deze drie postzegels over. Dat is hoeveel postzegels de lichtere brief had.