Hoofdmenu
Leerjaar 1
Course: Leerjaar 1 > Eenheid 1
Les 2: Eenheden en tientallenVoorbeeld van plaatswaarden: 25
Sal laat 25 zien als 2 tientallen en 5 eenheden. Gemaakt door Sal Khan.
Wil je meedoen aan het gesprek?
Nog geen berichten.
Videotranscript
Wat ik in deze video wil doen is nadenkel over wat cijfers nu echt voorstellen. Laat ons zeggen dat er iemand het cijfer
25 neerschrijft. Wat betekent dat nu echt? Wel, de vijf hier, dat is de plaats
van de een. Dus het stelt letterlijk vijf éénen voor. De deze twee hier, dit is in de plaats van de 10'en. Dus ik schrijf op Dit is de plaats van de tienen en dat is
de plaats van de éénen. Dus dit stelt twee 10'en voor. Wat bedoel ik daarmee? Een andere manier: Deze twee stelt 2 tienen voor. Dit is gelijk aan 2 tienen plus 5 éénen. Wat is deze twee dienen dan? Wel stel je veer dat een tien een blok van 10 dingen is, dus als dit een 10 was hier. Ik ga dit kopiëren. Dus dit gaat hetzelfde zijn. Dit gaat gelijk zijn aan twee 10'en. Dus je hebt je twee 10'en. Dus dat is je twee 10'en hier, dat stelt eigenlijk 20 voor
plus je 5 éénen. Plus je 5 éénen... Wel, als er hier een één is, en ik stel dat voor als een streep, dan gaan 5 éénen er uitzien als, je gaat er 1, 2, ik dank dat je het ziet waar dit naartoe gaat, 3, 4, 5. Dus dit zijn allemaal verschillende voorstellingen
van hetzelfde. 25 is twee 10'en en vijf 1'en. Deze twee is in de plaats van de 10'en, de vijf is in de plaats van de 1'en. Dus twee 10'en plus vijf 1'en, Dat zijn twee groepen van 10 plus
5 éénen. Hier. En dat is hetzelfde als wat? Wel 2 groepen van 10 is gelijk aan 20. En dit hier is gelijk
aan 5. Dus ik herhaal, allemaal manieren
om 25 voor te stellen. Ju kunt dit zien als twee 10'en
plus vijf 1'en of dit als 20 Je kunt 25 zien met deze 2 als 2 tienen. Dit stelt dan 20 voor plus de 5 éénen.