Optellen met hergroepering

Hier heb ik twee getallen. Het bovenste getal bevat 1, 2, 3 tientallen en 1, 2, 3, 4, 5 eenheden. 3 tientallen, 5 eenheden, oftewel 35. Het tweede getal bevat twee tientallen: 1, 2 en 1, 2, 3, 4, 5, 6, 7 eenheden. 2 tientallen en 7 eenheden. Wat ik wil doen is alle getallen optellen. Ik wil deze twee getallen optellen. Ik wil 35 en 27 optellen, of hoe je het ook kan zien, ik wil al deze blokken bij elkaar optellen. Ik wil deze blokken bij elkaar optellen. Dus laten we beginnen met de eenheden hier. Dus, hier heb ik 5 eenheden. Hier heb ik 7 eenheden. Dus als ik 5 eenheden optel bij 7 eenheden.. Hoeveel eenheden heb ik dan? Dan heb ik 12 eenheden. Ik heb 1, 2, 3, 4, 5, 6, 7, 8, 9, 10, 11 en 12. Nu zie je misschien een probleem, want als ik 5 en 7 optel kan ik niet het getal 12 op de plek van de eenheden schrijven. Ik heb één cijfer nodig. Twee cijfers passen hier niet. Dus, wat kunnen we doen? We kunnen 10 eenheden nemen en maken daarvan een groep van 10 en zetten deze bij de tientallen. Waar heb ik het over? Nou, wat we kunnen doen: we nemen 1, 2, 3, 4, 5, 6, 7, 8, 9, en 10. We verzamelen deze 10 hier en groeperen deze in één van deze staven. Laten we dat doen. We groeperen deze eenheden in één van deze staven. En zetten deze staaf bij de tientallen. Wat ik hier doe.. Wat ik hier doe is.. Oké, Laten we eens kijken.. Wat ik hier doe is deze 10 hier verzamelen en ik zet deze bij de tientallen. Dit wordt soms 'doorschuiven' genoemd. In plaats van 10 eenheden op te schrijven, schrijf ik 1 tiental op. Dus in plaats van 10 eenheden schrijf ik 1 tiental op. Waarom doen we dit? Nu staan er 2 eenheden bij de eenheden. 2 eenheden bij de eenheden, en ik heb één tiental meer bij de tientallen, en ik heb één tiental meer bij de tientallen. Dit noemen we soms 'doorschuiven'. want 5 + 7 is 12. Je zet de 2 bij de eenheden en je zet de 1 bij de tientallen. 12 is 1, 2. Voor de duidelijkheid: 5 + 7 = 12 Wat we hebben gedaan is de 1 bij de tientallen zetten. We het hierboven op gezet. Alsof je het getal splitst. Je zet het getal hierboven, maar eigenlijk zet je het getal bij de tientallen en hierboven was gewoon een handige plek. Dus wat we gedaan hebben: 'Kijk, een 5 en een 7 dat is samen 12' 'We kunnen 12 niet bij de eenheden zetten' 'Dus we nemen 10 van die 12 en hergroeperen deze als 10' en dan hebben we hier 2 over, dit kan je ook zien als: 5 + 7 = 12, één, twee. Nu kunnen we de tientallen optellen. We hebben 1 tiental plus 3 tientallen plus 2 tientallen. Wat gaat dat worden? Dat worden 6 tientallen! 1 + 3 + 2 = 6. Laten we dat doen. Dus, we hebben hier, oeps, Dat was niet wat ik wilde doen. Dat was een beetje, oké.. (lacht) We hebben 1, we hebben 2, we hebben 3, en we hebben 4 en we hebben.. Mijn computer wordt traag. 5 en we hebben 6, 6 tientallen. 6 tientallen. Wat zien we hier? 1 + 3 + 2 tientallen is 6 tientallen. 35 + 27 = 62 35 + 27 is 6 tientallen en 2 eenheden, 62.