10 of 100 optellen

We hebben het getal 235, en dat kunnen we beschouwen als 2 honderdtallen, we hebben een 2 bij de honderdtallen staan, en 3 tientallen, we hebben een 3 bij de tientallen staan. En 5 eenheden, we hebben een 5 bij de eenheden. En hier heb ik dat getekend met hetzelfde aantal vierkantjes. Dit zijn 235 vierkantjes. Je hebt dus 2 groepjes van 100 vierkantjes, dus dit zijn 2 honderdtallen, en dan hebben we 3 tientallen: 1, 2, 3. En dan hebben we 5 eenheden. Laten we nu iets interessants doen. Wat gebeurt er als ik hier 10 bij optel? Nou, 10 optellen betekent 1 tiental optellen. We tellen er gewoon 1 tiental bij op. Als we 1 tiental optellen, wat gebeurt er dan? Nou, hier moet ik nog 1 tiental bij optellen. Ik moet er deze 10 bij optellen. Wat krijgen we dan? Nou, de 10 die erbij komt ziet er zo uit. Eens kijken of ik dat snel kan tekenen... We hebben dus 1, 2, 3, 4, 5, ... 6, 7, 8, 9, en 10. 1, 2, 3, 4, 5, ... 6, 7, 8, 9, 10. Dus nu heb ik een tiental opgeteld. Wat houden we dan over? Nou, als ik 3 tientallen had, en ik doe er 1 tiental bij, dan krijg ik nu 4 tientallen. Ik doe dat met een gele kleur. Dus nu krijg ik 4 tientallen. Ik heb nog steeds 5 eenheden. Ik tel er geen eenheden bij op, dus heb ik nog steeds 5 eenheden. En nog steeds 2 honderdtallen. Ik tel er geen honderdtallen bij op, dus heb ik nog steeds 2 honderdtallen. Dus nu wordt het 2 honderdtallen, plus 4 tientallen, plus 5 eenheden. 2 honderdtallen + 4 tientallen + 5 eenheden. Wat hebben we dan? Nou, 2 honderdtallen, plus 4 tientallen, plus 5 eenheden: 245. Laten we er nog één doen. In plaats van een tiental, tellen we een honderdtal op. Laten we dat dan. Ik wis dit allemaal uit, dus... In plaats van 10 tellen we hier 100 bij op. Dus laten we ... 1 honderdtal optellen. Ik doe dat in geel en blauw. Ik tel dus 1 honderdtal, 0 tientallen, en 0 eenheden op. Dus eigenlijk tel ik gewoon 1 honderdtal op. Dus dit wordt gelijk aan ... Plus 1 honderdtal, wat krijgen we dan? Laten ik dat hier tekenen. Ik had eerst 2 honderdtallen, maar nu tel ik er 1 honderdtal bij op. Ik knip en plak er eentje bij. Hoeveel honderdtallen heb ik nu? Hoeveel honderdtallen heb ik nu? Nou, ik heb 1, 2, 3 honderdtallen. Ik heb 3 honderdtallen. Dus hier had ik 2 honderdtallen, en nu tel ik er hier 1 honderdtal bij op. Dus nu heb ik 3 honderdtallen. Ik kan zeggen dat ik hier 3 honderdtallen heb, Zijn de tientallen veranderd? Nee, ik had eerst 3 tientallen, en ik tel er deze keer geen tientallen bij op. Dus heb ik nog steeds 3 tientallen. En ik had 5 eenheden, en ik tel er geen eenheden bij op, dus heb ik nog steeds 5 eenheden. Dus krijg ik 335, wat hetzelfde is als 3 honderdtallen + 3 tientallen + 5 eenheden.