Hier staat een beelddiagram, en de reden dat het een beelddiagram heet is omdat het afbeeldingen heeft om ons
informatie te geven. In dit geval een afbeelding
van een muis. Er staat dat elk van
deze getekende muizen één muis voorstelt.
Het is gelijk aan één muis. Dus wat zegt dit beelddiagram? De titel luidt "Muizen op boerderij", dus dit laat zien hoeveel muizen er op verschillende plekken op een boerderij zijn, en hier zie je de verschillende plekken waar muizen kunnen zijn. We kunnen muizen vinden
in het huis, de schuur, de weide, of de stal. En dan vertelt deze stapel muizen hoeveel er op elk van die plekken zijn. Bijvoorbeeld in het huis zien we deze muis, deze muis, nog een muis en nog één,
vier muizen dus. Vier muizen in het huis. Dus hier zijn er vier,
laat ik dat opschrijven. Vier muizen in het huis. Hoeveel in de schuur? Nou hetzelfde idee: één, twee - ik
gebruik een andere kleur - één, twee, drie, vier, vijf, zes, er zijn dus zes muizen
in de schuur. Zes muizen in de schuur, dat schrijf ik op. En hoe zit het met de weide? We zien dat daar drie muizen zijn. Want elk van deze plaatjes is één muis. De maker van de grafiek had ook elk plaatje een ander aantal
muizen kunnen laten zijn. Maar hier is elk plaatje één muis, dus dat betekent drie in de weide. Drie in de weide. En dan, tenslotte, zijn er twee in de stal. Twee in de stal. Dus als iemand je vraagt: "Hoeveel muizen zijn er op de boerderij?" Dan tel je deze allemaal bij elkaar op. Dan krijg je 4 + 6, dat is 10, + 3, is 13, + 2 is 15. 15 muizen in totaal op de boerderij. Dus, nogmaals, een beelddiagram
is gewoon een manier... om informatie te laten zien. Dit laat zien hoeveel muizen er
op de plekken van een boerderij zijn. Als iemand je vraagt:
"Hoeveel muizen zijn er in de schuur?" Dan zeg je: er zijn 6 muizen. Als iemand vraagt:
"Hoeveel muizen zijn er... in de weide en de stal bij elkaar?" Dan hebben we de 3 in de weide ... plus de 2 in de stal, oftewel 5. Als iemand vraagt:
"Hoeveel muizen zijn er op de hele boerderij?" en dit zijn alle plekken waar ze
zouden kunnen zijn, dan hebben we 4+6+3+2, en dat is 15, en we zijn klaar.