Hoofdmenu
Leerjaar 5
Course: Leerjaar 5 > Eenheid 4
Les 11: Decimale getallen hergroeperen- Gehele getallen opsplitsen: 675
- Gehele getallen hergroeperen: 72 830
- Gehele getallen hergroeperen: 430
- Gehele getallen opsplitsen
- Hergroeperen met decimale getallen: 21,3
- Hergroeperen met decimale getallen: 86,93
- Hergroeperen met decimale getallen: 0,25
- Decimale getallen hergroeperen
© 2023 Khan AcademyGebruiksvoorwaardenPrivacybeleidCookie Notice
Hergroeperen met decimale getallen: 21,3
Sal hergroepeert 21,3 in verschillende optelsommen. Gemaakt door Sal Khan.
Wil je meedoen aan het gesprek?
Nog geen berichten.
Videotranscript
op hoeveel manieren kun je de hoeveelheid 21.3 schrijven? welke waarde heeft elk cijfer? De 2 staat op de plek van de tientallen Dus staat de 2 voor 20, 2 keer 10. Dit cijfer is 1 eenheid, . dus 1 waard en deze 3 is 3/10 Nu wil ik het anders doen met de waarden. Ik zou bijvoorbeeld de 1 kunnen verplaatsen naar de tienden hoe zou dat gaan? Stel we nemen de 1 hier weg. dan wordt dit een 0. en de 1 gaat naar de tienden plek. dat maakt natuurlijk van 3/10 nu 13/10 Klopt het nu dat ik 10 toevoegde aan de plek van de tienden? Hier hebben we nog steeds 2 tienen nog steeds 2 tienen en 0 eeenheden en deze 1 was verplaatst naar de tienden plaats Dus dan is dit 10/10 plus 3/10 en dat is inderdaad 13/10. Dus dit is 20 Dus dit is 20 Dus dit is 20 plus 0 eenheden plus 13 tienden plus 13 tienden plus 13 tienden laten we nog een manier proberen We beginnen dus weer met 21.3 schrijven het uit. dit is 20 plus 1 dit is 20 plus 1 plus 1 plus 3/10 plus 1 plus 3/10 Ik kan 1 wegnemen van de tientallen Dus 2 wordt dan 1 en deze 10 breng ik 9 van naar de eenheden Dus de 1 eenheden worden dan
10 eenheden Ik heb nog 1 eenheid over die verhuis ik naar de tienden
dus wordt dit weer 13/10 die verhuis ik naar de tienden
dus wordt dit weer 13/10 Dus wat deed ik? Dit kan ik nu ook herschrijven om te laten zien wat ik deed Dit is hetzelfde als 1 plus 9 wacht ik schrijf het zo 1 plus 9 plus 1. dat is nog steeds 10. plus 9 plus 1 is 20 nu hebben we op de eenheden een 1 dus plus 1 plus 3/10 Ende 9 hier, die kwam van de tientallen en ging naar de eenheden En deze 1 gaat naar de plek van de tienden Dus dat is 10/10 dus wanneer ik dit bij elkaar neem is dit 10 plus 9 plus 1 is 10 en 10/10 plus 3/10 is 13/10 Dat is alles. Ik heb de plaatswaarden veranderd ik nam 1 tiental weg ik had er 1 Nu heb ik nog maar 1 tiental. En die extra 10 eenheden zijn verhuisd Ik gaf er 9 van aan de eenheden plaats Dus 1 plus 9 is 10. En de 1 gaf ik aan de tienden Dus 1 plus 3/10 is hetzelfde als 13/10 Dus 1 plus 3/10 is hetzelfde als 13/10