Hoofdmenu
Leerjaar 4
Course: Leerjaar 4 > Eenheid 2
Les 9: Redactiesommen over vermenigvuldigen en delenRedactiesom over vermenigvuldigen: pizza
Sal doet een redactiesom over vermenigvuldigen. Gemaakt door Sal Khan.
Wil je meedoen aan het gesprek?
Nog geen berichten.
Videotranscript
Beatrice bestelt pizza's voor een feestje. Elke pizza is in 12 stukken gesneden. Beatrice wil genoeg pizza's hebben zodat
ieder persoon 4 stukken heeft en er zijn 16 mensen bij het feest.
Dat is veel informatie voor dit probleem. Als Beatrice 7 pizza's koopt, hoeveel extra stukken zijn er nadat
iedereen 4 stukken heeft gepakt? Om dit te doen moeten we weten hoeveel stukken
ze in totaal heeft, en hoeveel stukken gegeten worden
door de 16 personen en dan moeten we nog berekenen
hoeveel ze over heeft. Laten we eerst het totaal aantal stukken berekenen. Ik moedig je aan de video te pauzeren
en het zelf te proberen. Ze heeft 7 pizza's besteld.
Hoeveel stukken zijn dat in totaal? Als je 7 pizza's hebt... en je hebt 12 stukken per pizza dan vermenigvuldig je met 12 voor
het totaal aantal stukken. Dit is het aantal stukken per pizza,
en 7 keer 12 is 84 stukken in totaal. Dus zoveel stukken heeft ze. Laten we nu
bedenken hoeveel er gegeten worden. Dus je hebt 16 personen. En dat symbool wordt gebruikt voor aantal. 16 mensen die elk 4 stukken eten. Dus 16 mensen keer 4 stukken per persoon. 16 keer 4 is 64, dus dat is 64 (niet 84).
Zoveel wordt er opgegeten. Dus hoeveel stukken heeft ze dan over? Als je begint met 84 stukken en 64 worden opgegeten:
84 min 64 is gelijk aan 20. Dus je hebt uiteindelijk nog 20 stukken over. 20 stukken die ze nog met elkaar kunnen delen.