Rationale getallen optellen & aftrekken: 79% - 79.1 - 58 1/10

79% min 79,1 min 58 1/10. Ik geef je even de gelegenheid om de video op pauze te zetten en te bedenken hoe je dit kunt berekenen. Nou, het valt je waarschijnlijk wel op dat deze allemaal op verschillende manieren geschreven zijn. Dit is een percentage. Dit zijn allemaal verschillende manieren van opschrijven. Dit is een percentage. Dit is een decimaal getal. Dit is een breuk. En om dit te kunnen uitrekenen moeten we ze allemaal in hetzelfde formaat zetten. En we kunnen ze allemaal vrij gemakkelijk omzetten naar een decimaal getal. Dus aan de slag! 79% betekent letterlijk 79 per 100. Als je dit als een breuk wilt schrijven, wordt dat 79/100. Maar als je het als decimaal getal wilt schrijven, schrijven we dat als 0,79. 79,1 is al als een decimaal getal geschreven, dus dat doen we nog een keer. Dus min 79,1. En dan 58 1/10. Nou, 1/10 is hetzelfde als 0,1. Dus dat kun je schrijven als 58 en 1/10. Dus dat is min 58 1/10. Oftewel 58,1. Nu zijn ze allemaal op dezelfde manier geschreven. En we kunnen het nu uitrekenen. Het eerste dat opvalt is dat je hier een klein getal hebt. Een klein positief getal. Dit is minder dan 1. En hier staan redelijk grote getallen die je ervan af moet trekken. Dus de uitkomst is een negatief getal. En om het een beetje goed te kunnen uitleggen, wat ik ga doen is, ik ga het negatieve teken eruit halen. Dat maakt de berekening, in ieder geval in mijn hoofd, een stuk gemakkelijker. Dus als we het negatieve teken er uithalen, wordt dat, Even kijken, ik doe het zo. Als we dus het negatieve teken, er uithalen dan wordt dit negatief. Dit wordt positief. En dit wordt positief. Om het even te controleren, stel je voor dat we het negatieve teken verdelen of dat dit een min 1 was. Min 1 keer dit is positief. Min 1 keer dit is negatief. Min 1 keer dit is negatief. Deze twee berekeningen zijn eigenlijk precies hetzelfde. En reden waarom ik dit heb gedaan is dat deze berekening iets begrijpelijker lijkt als we deze twee getallen optellen. We krijgen een positief getal, een groter positief getal dan dat waarvan we het moeten aftrekken hier. We doen het dus op de gebruikelijke manier. Maar, we moeten het negatieve teken hier niet vergeten. Dus dat doen we eerst. We tellen 79,1 en 58,1 bij elkaar. Dus 79,1 plus 58,1. 0,1 plus 0,1 is 0,2. 9 plus 8 is 17. Dat is zeven enen en één 10. Dus één 10 plus zeven 10-en geeft 0,8. Plus 0,5 geeft dertien 10-en, oftewel 130. We hebben dus 137,2 hier. Dus 100 Ik schrijf het even op. Dus we hebben 137,2. En dan daaraan toevoegen negatief 0,79, dat is hetzelfde als het aftrekken van 0,79. Laten we dat doen. Laten we 0,79 aftrekken en we zetten de punten onder elkaar zodat we de juiste getallen van elkaar aftrekken. En nu kunnen we aftrekken. We trekkende 9 van niets af. We zouden ook een 0 kunnen schrijven, om de plek op de honderdste te vullen. We trekken 0,7 van 0,2 af. We moeten de boel een beetje organiseren om goed te kunnen aftrekken. We gaan dit op de gebruikelijke manier doen. We gaan dit op de gebruikelijke manier doen. We nemen een tiende van de 2, dus nu blijft er 1 tiende over. en die zetten we bij het honderdtal. Dus 1 tiende is 10 honderdste. Deze 10 honderdste min 9 honderdste is 1 honderdste. Nu naar de tienden. We hebben niet genoeg hier dus nemen we een 1 van deze plek. Dus dat wordt 6. 1 is 10 tienden. Dat is 11 tienden. 11 min 7 is 4. Hier staat de komma. 6 min 0 is 6. En dat komt op 13 uit. Buiten de haken heb ik nog steeds het negatieve teken. Wanneer ik alles tussen haakjes bereken krijg ik 136,41. En we moeten het negatieve teken hier niet vergeten. Dus dit wordt helemaal min 136,41.