Adding & subtracting rational numbers: 0.79 - 4/3 - 1/2 + 150%

Dus we hebben 0.79 min 4/3 min 1/2 plus 150%. Dus we hebben 0.79 min 4/3 min 1/2 plus 150%. 4 verschillende getallen in 4 verschillende notaties. Een decimaal getal, twee breuken en hier een percentage. Het makkelijkst zou zijn ze allemaal op dezelfde manier te schrijven. Voor mij is het handigst om dat in breuken te doen. Omdat delen door 3 altijd een repeterende decimaal geeft. een repeterende decimaal geeft. Om dat te vermijden maak er allemaal breuken van Laten we ze een voor een doen. Dus 0,79 is hetzelfde als 79/100 dat schrijf ik hier. Dus dit is hetzelfde als 79/100. Dan de -4/3 dan de - 1/2 en tot slot weer in een andere kleur de 150% Dat betekent letterlijk 150 per 100 Dus nu zijn het allemaal breuken. Om te kunnen optellen en aftrekken moeten ze allemaal dezelfde noemer hebben. Dus wat is het kleinste gemene veelvoud van 100, 3, 2 en 100? 100 is deelbaar door 2 100 is deelbaar door 2 maar niet door 3 Dus moet het 300 het kleinste gemene veelvoud zijn. er zit niets tussen 100 en 300. Dus we maken alle noemers 300. Ik neem een rode kleur. 79/100 is hetzelfde als 100 keer 3 in de noemer en dan ook 100 keer 3 de teller en dan ook 100 keer 3 de teller en dan ook 100 keer 3 de teller 80 keer 3 zou 240 zijn. Maar het is 3 minder dan dat. Dus 240 min 3 is 237. Nu 4/3 Dan moeten we de noemer vermenigvuldigen met 100. en de teller ook keer 100 is 400. 1/2, daarvoor moeten teller en noemer keer 150 Dus wordt de teller 150. 150/100 tenslotte wordt keer 3. dan wordt de noemer 300 en de teller ook keer 3 Dat wordt dus 150 keer 3 is 450. Dat wordt dus 150 keer 3 is 450. Nu ze allemaal dezelfde noemer hebben kunnen we de tellers optellen. Dus dit is even hiernaast dit wordt iets gedeeld door 300 Ofwel 237 min 400 - 150 Oeps, dit moet een plus zijn. dus + 450. dat wordt dan 400 en 150 aftrekken is 550 400 en 150 is samen 550 aftrekken en 237 en 450 samen is of misschien is het sneller als we de 450 bij de min 550 optellen dat is natuurlijk - 100. dat is natuurlijk - 100. dat maakt het makkelijker want nu hebben we dan 237 min 100 is 137. Dus is het 137/100 Veel simpeler kan ik het niet maken Dus het antwoord is 137/100 Dus het antwoord is 137/100