If you're seeing this message, it means we're having trouble loading external resources on our website.

Als je een webfilter hebt, zorg er dan voor dat de domeinen *.kastatic.org en *.kasandbox.org niet geblokkeerd zijn.

Hoofdmenu

Decimale getallen volledig delen

Sal laat zien hoe je 6,3 door 0,25 deelt.

Wil je meedoen aan het gesprek?

Nog geen berichten.
Versta je Engels? Klik hier om de discussie op de Engelstalige Khan Academy website te bekijken.

Videotranscript

Laten we uitzoeken wat 6,3 gedeeld door 0,25 is. En wanneer ik naar iets als dit kijk, dan is het eerste waaraan ik denk, is er een andere manier om dit te schrijven? In plaats van het te delen door 25 honderdsten, in plaats van het te delen door 0,25, Misschien kan ik het delen door een heel getal, misschien 25. En hoe maak ik van 25 honderdsten 25? Dan moet ik vermenigvuldigen met, als ik het eerst met 10 vermenigvuldig, dan schuift de decimaal een plek naar rechts. Als ik het twee keer met 10 vermenigvuldig, dan schuif ik het twee plaatsen naar rechts. En 25 honderdsten wordt 25. Ik vermenigvuldig 2 keer met 10, wat hetzelfde is als vermenigvuldigen met 100. Natuurlijk mag ik dat niet enkel met de 0,25 doen, dat zou de waarde van deze hele uitdrukking veranderen. Ik moet dat ook doen met de 6,3. Als ik de decimaal hier twee naar rechts verplaats, om een geheel getal te krijgen, moet ik de decimaal ook hier twee naar rechts verplaatsen. Laat eens kijken, als ik het eenmaal naar rechts verplaats, krijg ik 63, dat is één vermenigvuldiging met 10. En ik wil het nogmaals naar rechts verplaatsen, dan kan je misschien zeggen, "Wacht, er zijn geen "andere cijfers hier "die ik naar rechts kan verplaatsen." Maar bedenk, 6,3 is hetzelfde als 6,30, we kunnen net zoveel nullen aan het eind toevoegen als we willen, zonder de waarde te veranderen, het blijft 6,3. Zes en drie tienden is hetzelfde als zes en drie honderdsten. Dus nu kan ik het decimaal nog een plek naar rechts verschuiven. Daarmee vermenigvuldig ik het nogmaals met 10. En het wordt 630. Dus 6,3 gedeeld door 0,25 is hetzelfde als 630 gedeeld door 25. Laat ik dat nog een keer doen, want dit is echt het lastigste deel, als je deelt door decimalen. Als ik schrijf, 0,25 gedeeld in 0,25 gedeeld in 6,3. 6,3. Waar ik op lette, was dat ik de decimaal genoeg naar rechts verplaats zodat het een heel getal wordt. Ik hoef het niet veel verder te verplaatsen, precies genoeg totdat dit een geheel getal wordt. Daarna moet ik deze verplaatsen, hetzelfde aantal plaatsen naar rechts. Maar het doel is om hiervan een heel getal te maken, niet om van de 6,3 een heel getal te maken, ook al gebeurt dat in dit specifieke geval wel. Dus ik beweeg dit twee plekken naar rechts, één, twee. 0,25 wordt 25, en dan wordt 6,3 ... we schuiven twee plekken naar rechts, het wordt 630. Laat me het wat opruimen, ik haal hier wat spul weg, om duidelijk te maken wat ik net deed. Zodat we geen last hebben van deze troep wanneer we onze staartdeling gaan doen. Dus deze hier, laat me alle deze dingen wissen. Dan zijn we klaar om de staartdeling te doen. Dit is recht-toe-recht-aan, delen van een tweecijferig getal in een driecijferig getal. we zeggen, 25 past 0 keer in 6, laten we doorgaan. 25 past in 63 ... twee keer 25 is 50, drie keer 25 is 75, dat is te veel, dus we gaan voor twee keer. Twee keer 25 is 50, en dan trekken we af. Of als je niet wist dat twee keer 25 50 is, kan je zeggen twee keer 5 is 10, we onthouden de één. 2 keer 2 is 4, plus 1 is 5. Dus we hebben 50. En nu trekken we af en we krijgen 3 min 0 is 3 6 min 5 is 1. Nu halen we het volgende cijfer naar beneden. We brengen deze 0 naar beneden. En we zeggen, 25, laat me dit weghalen, 25 past hoe vaak in 130? Een kijken, 25 keer 4 is 100, 25 keer 5 is 125, 25 keer 6 wordt 150, dat is te groot. Dus ik ga voor 5 keer. 5 keer, opschrijven, want het is belangrijk om de plaatsen bij te houden, ik bracht de 0 naar beneden en 13 wordt 130, en ik zeg 25 past 5 keer in 130, ik schrijf het boven de 0. ik schrijf het boven de 0. Dan 5 keer 25, we weten al wat dat is, maar ik doe het nogmaals. 5 keer 5 is 25, de 2 onthouden, 5 keer 2 is 10, plus 2 is 12. En nu kunnen we aftrekken. 130 min 125 is 5, of als je wilt kunnen we hergroeperen, je kan 10 hiervan nemen, en dan stop je de 10 in de eenheden plek, en dit wordt 10, 10 min 5 is 5. We zijn nog niet klaar. We willen dit geheel delen, dus we kunnen nog een 0 naar beneden brengen. We brengen nog een nul naar beneden, en ik zet ze in de juiste kleur, voor de volgende gebruik ik, groen heb ik al gebruikt, we gebruiken geel. Nogmaals, ik kan nog een 0 naar beneden brengen, maar ik moet voorzichtig zijn, Ik kan niet gewoon hier een 0 plaatsen. Dat verandert 630 in 6300. Ik moet hier precies zijn, ik zeg kijk, de volgende 0 die ik ga plaatsen die komt achter het decimaalteken. 630 is hetzelfde als 630,0 en als ik daar een decimaal plaats, dan moet ik ook een decimaal plaatsen hierboven. Ik moet hier voorzichtig mee zijn. Nu zijn we klaar om een nieuwe 0 naar beneden te brengen. Laten we deze 0 naar beneden brengen. Nu hebben we 50, hoe vaak past 25 in 50? Ik streep dit even door, om verwarring te voorkomen. 25 past 2 keer in 50, 2 keer 25 is in feite 50. 2 keer 25 is in feite 50. Nu kunnen we aftrekken. En we hebben een rest van 0, en er is niet meer om naar beneden te brengen dan nullen, en we hebben een rest van 0, dus we zijn helemaal klaar met de deling. Je neemt 630, deelt het door 25 en het wordt 25,2. Of als je naar onze oorspronkelijke opgave kijkt, Of als je naar onze oorspronkelijke opgave kijkt, dat was 6,30 gedeeld door 0,25, dat is ook 25,2. Dus dit wordt ook 25,2. Ik schrijf het opnieuw op. Onze oorspronkelijke opgave was 6,3 gedeeld door 0,25, en we kwamen er net achter, en we kwamen er net achter, dat is 25,2. En we zijn klaar.