Optellen van 3-cijferige getallen

We hebben hier drie verschillende optelsommen... En wat ik wil dat je doet (zodat je er beter in wordt), is om de video te pauzeren en ze zelf uit te proberen. Maar wanneer je ze aan het doen bent, wil ik dat je bedenkt wat het overzetten van die getallen nou eigenlijk precies betekent. Ik neem aan dat je ze nu zelf al hebt geprobeerd. Ik ga ze nu met je doornemen. Dus we hebben 9 + 6, dus 9 éénen plus 6 éénen. Nou, 9 + 6 is 15. We kunnen deze 5 in de éénenplaats zetten en de 1 overzetten. Maar wat heb ik net nou gedaan? Wat betekent deze "1" hier? Nou, we hebben het boven de tienenruimte gezet. Één 10 stelt 10 voor. Dus het enige wat we hebben gezegd is, dat 9 + 6 gelijk is aan 10 + 5. Wat gelijk is aan één 10 plus 5, wat gelijk is aan 15. In de tienenruimte hebben we 1 + 0 + 9.. Dat is 10.. Dus we kunnen een 0 schrijven en de 1 overzetten.. 1 + 0 + 9 is 10.. Wat betekent dit nou eigenlijk precies? Nou.. Dit is één 10 plus nul 10en plus negen 10en.. Wat gelijk is aan tien 10en. Tien 10en is gelijk aan 100. Of een andere manier om over 100 te denken is, het is één honderd, en nul 10en. Dat is het enige wat we doen bij het overzetten. Dus we hebben nu een 1, plus een 7, plus een 9. Dat wordt bij elkaar 17. We moeten niet vergeten: dit staat in de honderdenruimte. Dus dit is eigenlijk 1 honderd, plus 7 honderd, plus 9 honderd, oftewel 17 honderd. Of 1 duizend, 7 honderd. En natuurlijk hebben we deze 5 hier nog.. En we zijn klaar! Laten we dit nu proberen te begrijpen. De reden waarom ik dat zo schreef is om niet te vergeten om de juiste plaatsen onder de juiste plaatsten te zetten. Laten we dit nu herschrijven (laat me weer groen gebruiken), 373 plus.. We willen de éénen onder de éénenruimte schrijven, en de tienen onder de tienen ruimte, Zodat we de juiste waardes bij elkaar optellen. Dus 3 plus 8 is 11. De 1 in de éénenruimte en de 1 in de tienenruimte. 10 plus 1 is 11. 1 + 7 is 8, 8 + 8 is 16. Dit is eigenlijk 16 tienen. Dus laten we de 16 opschrijven... Wat is 16 tienen? Nou, dat is 160! Dus dan is deze 6 een 60, en dan heb ik nog een 100. 1 + 3 is 4. Maar deze zijn eigenlijk honderden, dus is het 400. Dus dan krijgen we 461. En als laatst, 9 + 3 is 12. 2 éénen, en 1 tien. 12 is hetzelfde als 10 + 2. Nu in de tienenruimte.. 1 + 4 + 9 is 14. Dus we schrijven de 4, en zetten de één over. Vergeet niet dat dit eigenlijk 10 + 40 + 90 is.. Wat 140 is. Wat weer hetzelfde is als 40 + 100. En dan, 1 + 1 + 2 is 4. Maar dit is in de honderdenruimte. Dus dit is eigenlijk 1 honderd + 1 honderd + 2 honderd.. Oftewel 400. En we zijn klaar!