Hoofdmenu
Leerjaar 3
Course: Leerjaar 3 > Eenheid 1
Les 3: Aftrekken tot 1000 met hergroeperen- Uitgewerkt voorbeeld: Getallen van 3 cijfers aftrekken (met lenen)
- Getallen van 3 cijfers aftrekken (met lenen)
- Uitgewerkt voorbeeld: getallen van 3 cijfers aftrekken (twee keer lenen)
- Uitgewerkt voorbeeld: getallen van 3 cijfers aftrekken (lenen van 0)
- Aftreksommen tot 1000
- Aftreksommen uit het hoofd (zonder lenen)
© 2023 Khan AcademyGebruiksvoorwaardenPrivacybeleidCookie Notice
Uitgewerkt voorbeeld: getallen van 3 cijfers aftrekken (lenen van 0)
Sal moet van 0 lenen bij de minsom 301-164. Gemaakt door Sal Khan.
Wil je meedoen aan het gesprek?
Nog geen berichten.
Videotranscript
Laten we nu proberen 164 af te trekken van 301. Ik moedig jullie aan om deze video te pauzeren en het eerst zelf te proberen. Laten we dit nu doen, van plek naar plek Dus bij de éénenruimte, hebben we een probleem, 4 is groter dan 1. Hoe trekken we een groter getal af van een kleiner getal? We hebben ook een probleem in de tienenruimte. 6 is groter dan 0. Hoe trekken we 6 af van 0? Dus het antwoord wat je je zou kunnen bedenken is dat we kunnen "hergroeperen" of "lenen". Maar dan kom je een ander probleem tegen. Je zou kunnen zeggen: "Oke, laten we proberen te lenen van de tienenruimte hier." Dus we hebben een 1, als we 10 kunnen lenen van de tienenruimte, dan wordt het 11. Maar er is niks hier in de tienenruimte! Er is niks om van te kunnen lenen. Dus wat doen we nu? Dus een manier om dit op te lossen is, dat je eerst leent voor de tienenruimte. Dus we hebben hier niks, dus laten we een honderd lenen van de honderdenruimte. Dus dat is hetzelfde als een 1 lenen van de honderdenruimte, dus daar hou je een 2 over. En nu de tienenruimte, in plaats van een 0, hebben we nu een 10. Laten we kijken of dit wel logisch is. Dit is 2 honderd plus 10 tienen (10 tienen is hetzelfde als een honderd). Plus één. 2 honderd plus 1 honderd plus 1 is nog steeds 301. Dus dit is nog steeds logisch. En de reden waarom dit handig is, dat we nu in de tienenruimte iets hebben om van te kunnen lenen. Als we nu 1 van deze tienen lenen (dus we houden hier 9 tienen over), en we die aan de éénenruimte geven.. Dus je krijgt 10 plus 1, je houdt 11 over. En we kunnen controleren dat we de waarde van het getal niet hebben veranderd. 200 plus 90 is 290, plus 11 is nog steeds 301. Wat er nu zo fijn is, dat al deze getallen nu groter zijn dan de corresponderende getallen in dezelfde ruimte. Dus we zijn nu klaar om af te trekken. 11 min 4 is.. (laten we even kijken, 10 min 3 is 7 dus..) 11 min 4 is 7. 9 min 6 is 3 en 2 min 1 is 1. Dus we houden 137 over.