Hoofdmenu
Leerjaar 3
Course: Leerjaar 3 > Eenheid 3
Les 4: Breuken en gehele getallen1 als een breuk schrijven
Sal gebruikt breukmodellen en een getallenlijn om 1 als breuk weer te geven. Gemaakt door Sal Khan.
Wil je meedoen aan het gesprek?
Nog geen berichten.
Videotranscript
Dus laat ons zeggen dat dit cirkelachtig
ding een geheel voorstelt. We zagen reeds enkele omstandigheden. We zegden, kijk, we kunnen dit verdelen in twee gelijke delen. En indien we één ervan arceren -- dus één van deze gelijke delen -- dan is dit 1/2. En verder, indien we er twee arceren,
dan wordt dit 2/2. Dus laat me dat een beetje beter inkleuren. Dus dit hierzo, heb ik verdeeld in twee gelijke delen. En ik arceer twee van deze gelijke delen. Dus welke fractie van het geheel heb ik gearceerd? Wel, we hebben dit reeds meerdere keren gezien. Dit is 2/2 van de volledige figuur. En we zien dat we de volledige figuur gearceerd hebben. Dus dit is gelijk aan 1 geheel. En we kunnen dat doen. We moeten dit niet in twee
gelijke delen verdelen. We kunnen het ook in drie gelijke delen
verdelen. Dus laat ons zeggen dat we dit verdelen
in drie gelijke delen -- laat me dat doen, mijn beste poging om
drie gelijke delen te tekenen. Drie gelijke delen lijken op een Mercedes
symbool. En dat is mijn beste. Ik kan dit een beetje beter tekenen. Laat me duidelijk zijn dat ik probeer
om ze gelijk te maken. Dus dat zijn drie gelijke delen. En dan, indien we de drie gelijke delen
effectief arceren -- dus dat zou één van de drie zijn, dus dat is 1/3, 2/3, en 3/3. Dus opnieuw, 3/3 is gelijk aan 1 geheel. Nu, wat indien we iets zouden doen
dat op één of andere manier, nog eenvoudiger is. Wat indien we gewoon ons geheel nemen,
en we verdelen het in enkel één gelijk deel? Wel, we hebben dit reeds gedaan. Dit is één geheel deel hierzo. En dan zou ik dat ene
gelijke deel selecteren --dus laat me dit inkleuren. Dus ik heb één deel, en
ik ga het arceren. Dus welke fractie van het geheel
heb ik nu gearceerd? Wel, ik had één gelijk
deel om mee te beginnen. En ik heb dat ene gelijke
deel gearceerd. Dus ik heb 1/1 van dit gearceerd. En dit is ook duidelijk een geheel. Dus dit is ook gelijk aan een geheel. En ik denk dat je hier een patroon ziet. 2/2, 3/3, of 1/1 - deze stellen
allemaal dezelfde waarde voor. Ze stellen allemaal een geheel voor. En je zou dit ook zien indien
je een nummerlijn zou tekenen. Dus dit is 0. Dit is 1. We kunnen zo verder doen. Wel, dit is 1/1. Indien ik zeg, wel,
tussen 0 en 1, ik heb enkel 1, ik verdeel dit in één gelijk
deel, wel, dat is gewoonweg dit geheel
ding hierzo. En indien ik één van deze
gelijke delen zou verplaatsen, zou ik 1 bekomen. Indien ik dit verdeel in twee gelijke
delen en indien ik twee sprongen maak -- één, twee sprongen --
dan bekom ik nog steeds één. Indien ik het verdeel in drie gelijke
delen -- dus laat ons zeggen één, twee, drie
gelijke delen -- en ik maak drie sprongen -- één, twee,
drie -- dan bekom ik opnieuw 1. Dus 2/2, 3/3, 1/1,
of 1 over 1 -- deze zijn alle verschillende manieren om
het nummer 1 voor te stellen, of 1 geheel.