Hoofdmenu
Course: Beginnend rekenen > Eenheid 6
Les 2: Optellen van veelvouden van 1, 10 of 100Optellen van veelvouden van 1, 10 of 100
Sal doet een optelsom met 3-cijferige getallen door eenheden, tientallen en honderdtallen op te tellen.
Wil je meedoen aan het gesprek?
Nog geen berichten.
Videotranscript
Ik heb het getal 163 en dat betekent
een 1 bij de honderdtallen,... dus dat is 1 honderdtal, plus 6 tientallen, plus 3 eenheden,
3 op de plek van de eenheden. Ik doe dat in de kleur blauw,
die ik voor de eenheden gebruik. Ik heb het hier getekend, waar ik 163 vierkantjes getekend heb. En je ziet het als 1 honderdtal, 6 tientallen,... 1, 2, 3, 4, 5, 6 tientallen. En 3 eenheden. Dus dit getal hier, 163, is hetzelfde als 100
plus 6 tientallen plus 3 eenheden. En als je dit wilt begrijpen: dit zijn 163 dingen. Je ziet de 100,
je ziet de 6 tientallen, en je ziet de 3 eenheden. Nu wil ik het getal 324 bij 163 optellen. Dus 324 betekent
3 honderdtallen, ... 2 tientallen, 3 honderdtallen + 2 tientallen, en 4 eenheden, dus + 4 eenheden. En dat zie je hier getekend, met alle vierkantjes. Dit zijn 324 vierkantjes. Je hebt 3 honderdtallen, 1, 2, 3 honderdtallen, 2 tientallen, 1, 2, tientallen, en 4 eenheden. Dus dit getal 324 zijn 3 honderdtallen, 2 tientallen, en 4 eenheden. En als je wilt weten hoeveel
vierkantjes dat zijn: je kan ze hier zien staan. Ze staan in 3 groepjes van 100, dat zijn de 3 honderdtallen, 2 groepjes van 10,
dat zijn de 3 tientallen, en dan 4 eenheden. Laten we ze nu dus optellen. We kijken dan eerst naar de eenheden. Bij de eenheden krijg je 3 eenheden... plus 4 eenheden. Dus dat wordt,
en ik doe dat in blauw, dat wordt 7 eenheden. 3 eenheden + 4 eenheden
is 7 eenheden. Een 7 op de plek van de eenheden
betekent 7 eenheden. En die zien we hier. 3 eenheden + 4 eenheden
is 7 eenheden. Nu heb ik 6 tientallen en 2 tientallen. Als ik die optel,
dan krijg ik 8 tientallen. Ik heb 6 tientallen en 2 tientallen, de 6 en de 2 staan
bij de tientallen. Dus dit geeft zijn 6 tientallen aan, en dit 2 tientallen. 6 tientallen + 2 tientallen = 8 tientallen. En dat zien we ook hier, 6 tientallen + 2 tientallen = 8 tientallen. En tenslotte hebben we 1 honderdtal
plus nog eens 3 honderdtallen. Dus dat worden 4 honderdtallen. En die zie je hier staan: 1, 2, 3, 4. 4 honderdtallen,
ik teken er een rondje omheen. 100 + 300 = 400. Dus 163 + 324 = 487. 4 honderdtallen, 8 tientallen, en 7 eenheden.