Beelddiagrammen en lijnplots maken

Maak een beelddiagram om te laten zien hoeveel toverstafjes elke fee heeft. Glenda heeft dus twee toverstafjes, Tink heeft er drie, Merry heeft vier toverstafjes, en Gracie vijf. En in ons beelddiagram staat elk plaatje van een toverstaf voor één toverstaf. Het betekent 1 toverstaf. Goed, Glenda heeft dus twee toverstafjes. Eens kijken, ik zet 1, 2 toverstafjes bij Glenda. Tink heeft drie toverstafjes. Dus heb ik 1, 2, 3 toverstafjes bij Tink. Merry heeft vier toverstafjes, dus krijg ik 1, 2, 3, 4 toverstafjes voor Merry. En dan heeft Gracie 5 toverstafjes. Dus heb ik 1, 2, 3, 4, ... 5 toverstafjes bij Gracie. Laat ik kijken of dit klopt. Dit is eigenlijk erg leuk, we doen er nog een. De dierenverzorger heeft vier pinguïns opgemeten. Hun lengtes waren 40, 44, 48 en 48 centimeter. Maak een puntendiagram van hun lengtes. Een puntendiagram dus. Hier staan een getallenlijn, en we willen net zoveel stippen als het aantal pinguïns met die lengte. We hebben dus één pinguïn van 40 centimeter. Dus hier bij 40 hebben we één pinguïn. Dan hebben we nog een pinguïn van 44 centimeter. Dus zetten we er eentje hier bij 44. En dan hebben we nog twee pinguïns van 48 centimeter. Dus kunnen we hier twee stippen zetten. Twee pinguïns bij 48 centimeter. Klaar is Kees. Dit is ons puntendiagram. Laten we doorgaan, dit is erg leuk. Er staan vijf boeken op de plank. De hoogtes van de boeken zijn 32, 36, 38, ... 32 en 35 centimeter. Maak een puntendiagram van de hoogtes. Eens kijken, hier is een boek van 32 centimeter. Hier een boek van 36 centimeter. Dan staat hier een boek van 38 centimeter. En daarna hier nog een boek van 32 centimeter. Dus eigenlijk hebben we twee boeken van 32 centimeter. En dan één boek van 35 centimeter. Zo, ik heb het puntendiagram af. En vergeet niet dat een puntendiagram eigenlijk niet anders is dan de hoogtes tellen. We hebben er twee bij 32 centimeter, één bij 35 centimeter, één bij 36 centimeter, en één bij 38 centimeter. Laten we er nog zo een doen. Robin Hood heeft vier pijlen opgemeten. Hun lengtes waren 26, 26, 23, en 25 centimeter. Maak een puntendiagram van hun lengtes. We hebben dus twee pijlen van 26 centimeter. Hier bij 26 op de getallenlijn ga ik dus twee stippen zetten. We hebben een pijl van 23 centimeter, dus zet ik hier één stip. En dan heb ik nog één pijl van 25 centimeter. Dus zet ik hier een stip. En dan zijn we klaar.