Voorbeeld van punten en kwadranten

Teken het punt (4,-1) en geef aan in welk kwadrant het ligt. Dus, 4,het eerste getal is onze x-coördinaat. Dit geeft aan hoeveel het horizontaal op de x-as is. Dit is een positeve 4, dus ga ik 4 naar rechts vanaf 0. en het tweede getal geeft de y-coördinaat aan, in verticale richting. Dat is negatief, dus gaan we naar beneden en het is 01, dus ga ik één naar beneden. Dus dit is het punt (4,-1). Ik heb het nu getekend, maar moet ook nog aangeven in welk kwadrant het ligt en dat is maar een afspraak die we ooit maakten. Dit is het eerste kwadrant. Dit is het tweede kwadrant. Dit is het derde kwadrant. Dit is het vierde kwadrant. Dus het punt ligt in het 4e kwadrant. Quadrant IV en je moet natuurlijk ook weten dat het Romeinse getal IV voor 4 staat! Laten we er nog een paar meer doen. Teken (8,-4) en geef aan in welk kwadrant het punt ligt. De x-coördinaat is 8, dus ga ik 8 stappen langs de positieve x naar rechts. En dan -4, ga ik, dus 4 stappen naar beneden, en opnieuw ligt dit punt niet het 1ste, 2e of 3e, maar 4e kwadrant. In Quandrant IV. Laten we er nog een doen. Hopelijk nu een ander kwadrant. Dus we moeten nu (-5,5) tekenen. Nu is de x-coördinaat negatief, namelijk -5. Dus moet ik nu naar links in de x-richting Dus ga ik 5 stappen naar links en mijn y-coördinaat is positief, dus 5 stappen omhoog. Dus (-5,5) zit niet in het 1ste, maar 2e kwadrant. En dit zijn natuurlijk kwadrant 3 en 4. Dus het 2e kwadrant geef ik als antwoord en dat klopt.