Hoofdmenu
Leerjaar 2
Course: Leerjaar 2 > Eenheid 3
Les 3: Aftrekken van 1 en 10Tientallen aftrekken met behulp van plaatswaarden
Sal trekt 40 van 65 af door na te gaan wat de plaatswaarden zijn.
Wil je meedoen aan het gesprek?
Nog geen berichten.
Videotranscript
Hier hebben we 65 blokjes. Je kan ze tellen als je wilt. Maar we kunnen ze schrijven als het getal 65, met een 6 op de plek van de tientallen. Dat betekent letterlijk dat we 6 tientallen hebben. Dit is een tiental, dit is een tiental, dit nog één, dit is een tiental, dit is een tiental, dit is een tiental, en dit is een tiental. We hebben 6 groepjes van tien, en dat maakt 60. En dan hebben we ook nog 5 eenheden. Vijf in die oranje kleur. En dan hebben we 5 eenheden, en die zie ze hier. 1, 2, 3, 4, 5. Laten we wat interessants doen. Maar ik schrijf het eerst nog een keertje op. Voor de duidelijkheid. Je kan die 65 opschrijven, 65 is gelijk aan 6 tientallen plus 5 eenheden. 5 eenheden. Laten we nu wat leuks doen. Laten we beginnen met 65, die schrijf ik nog een keertje op, dus we beginnen met 65. Ik zit te hanessen met de kleuren. We beginnen met 65 en daar trek ik 40 van af. Ik ga er 40 van aftrekken. Wat doe ik dan eigenlijk? Nou, ik begin met 65, ik begin hiermee, en ik trek er 4 tientallen
en 0 eenheden van af. Laten we 4 tientallen hiervan aftrekken. Laten we aftrekken: 1, 2, 3, 4. Ik heb 4 van de tientallen weggehaald. Hoeveel tientallen heb ik dan nog over? Nou, ik heb twee tientallen over. Dit is gelijk aan 2 tientallen. En hoeveel eenheden heb ik nog? Nou, ik heb nog steeds 5 eenheden. Dus nog steeds... heb ik 5 eenheden. En dat is logisch. Ik had eerst 5 eenheden, ik haalde er 0 van af, dus dan heb ik nog steeds 5 eenheden. Wat krijgen we dan? We kunnen schrijven... 65 min 40 min 40 is... Laat ik de.. eenheden in oranje schrijven Min 40 is gelijk aan... 2 tientallen, dat betekent een 2 bij de tientallen, en... en dan hebben we 5 eenheden. Een 5vijf bij de eenheden. 2 tientallen plus 5 eenheden,
en dat is 25.